Je krijgt een wiel met het begin van een zin en de rest van de zin die je met 'om ... te...' kunt verbinden. Let op de plaats van te!

Het kunnen zinnen zijn die

  1. een doel aangeven: Ik ga naar de cursus om Nederlands te leren.

  2. meer informatie geven over een substantief: Het is een mooie dag om Nederlands te leren.

  3. Meer informatie geven over een adjectief: Het is moeilijk om Nederlands te leren.

Sommige zinnen zijn uit je boek en anderen zijn nieuw.

Voorbeeld
We gaan in de kantine zitten + even kletsen --> We gaan in de kantine zitten om even te kletsen.