Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

APENKOOIEN SPEL 1: Sneltekenen

Één speler maakt een whiteboard in Zoom (share > documents > whiteboard).

Teken om de beurt. Teken altijd eerste een vierkant. Verander dan je vierkant in een ander voorwerp, bijvoorbeeld een kop koffie of een ladekastje. Terwijl de een tekent, probeert de ander te raden wat het is.

APENKOOIEN SPEL 2: Hoe zou het zijn als?

Bedenk samen hoe het leven zou eruitzien als:

APENKOOIEN SPEL 3: Favoriet woord

Noteer je favoriete Nederlandse woord.

Leg aan de ander uit waarom je dit woord zo bijzonder vindt.

APENKOOIEN SPEL 4: Belangrijke getallen

Noteer drie getallen die voor jou belangrijk zijn. Schrijf de cijfers achter elkaar, zodat het niet duidelijk is dat het een datum is, of een telefoonnummer, een bankrekeningnummer of iets dergelijks.

De ander probeert eerst te raden waarom dit belangrijk is voor jou, wat voor nummer het is. Als het raden niet lukt, leg je het uit.

APENKOOIEN SPEL 5: Allebei - geen van beiden

Vergelijk met elkaar wat je gemeenschappelijk hebt.

Zoek minimaal vijf overeenkomsten.

Formuleer de overeenkomsten in positieve zin (we hebben allebei) of in negatieve zin (we hebben geen van beiden).

Bijvoorbeeld: We hebben allebei een partner; we werken geen van beiden fulltime.

Maak het niet te gemakkelijk voor jezelf! (bv. We hebben allebei twee handen)

Jullie overeenkomsten en verschillen kun je bijvoorbeeld zoeken op de volgende gebieden: kleuren, reizen, boeken, dieren.

APENKOOIEN SPEL 6: Waar hebben ze het over?

Je ziet hieronder steeds een zin uit een gesprek.

Bedenk samen waar het gesprek over gaat, wie er aan het woord zijn, en hoe ze praten (boos, zeurderig, bang, zijn ze aan het roddelen of iets dergelijks)

Je ziet vijf zinnen en het gaat dus om vijf verschillende gesprekken.

APENKOOIEN SPEL 7: Laat je sleutels zien

Pak allebei de sleutels die je bij je hebt en houd ze voor de camera.

Kies een van de sleutels van de ander en raad wat voor sleutel het is. Vraag de ander om er wat meer over te vertellen. Wissel daarna van rol.

APENKOOIEN SPEL 8: Overeenkomsten en veschillen

Kies uit deze lijst twee voorwerpen/personen. De ander noemt van dat paar minstens twee overeenkomsten en twee verschillen. Daarna wissel je van rol.

Je mag zelf weten uit welke rij je kiest; allebei de woorden uit de eerste rij, of allebei uit de tweede rij, of een uit de eerste en een uit de tweede rij.

APENKOOIEN SPEL 9:

Ga naar https://davebirss.com/storydice/ (of je krijgt een set dobbelstenen (Story Cubes) van de docent). Rol 5 dobbelstenen.

Vertel je medecursist een verhaal waarin de afbeeldingen van de dobbelstenen voorkomen.

Wissel van rol.

Opdracht 4

RONDE 1

RONDE 2

RONDE 3

RONDE 4

Opdracht 4