L2 Spel
Spelregels
De spelmeester opent het bordspel en deel zijn/haar scherm.
De spelmeester gooit met de dobbelsteen. Hij/ze zet het pion van speler 1 het aantal gegooide ogen vooruit.
De spelmeester pakt een vragenkaartje uit de juiste categorie (rood, oranje, geel, groen, blauw of paars). Hij/ze leest de vraag en de mogelijke antwoorden voor. Is het vakje grijs? Dan mag de speler de categorie/kleur zelf kiezen.
Speler 1 kiest een antwoord. De spelmeester klikt op het antwoord van speler 1.
Soms moet de groep het antwoord controleren.
– Is het antwoord goed? Dan krijgt speler 1 een punt.
– Is het antwoord fout? Dan krijgt speler 1 geen punt.
Nu is de volgende speler aan de beurt. Herhaal stap 1 t/m 4.
Iedere speler speelt tot de FINISH.
Categorie: Rood
Je krijgt een vraag over Nederland en kiest het juiste antwoord.
Categorie: Oranje
Je hoort een uitdrukking en kiest de juiste betekenis.
Categorie: Geel
Je kijkt naar de afbeelding en zegt wat je ziet.
Categorie: Groen
Je hoort een situatie en geeft de juiste reactie.
Categorie: Blauw
Je hoort een zin en geeft het ontbrekende verbum.
Categorie: Paars
Je hoort een infinitief, een tijd en een persoon en geeft de juiste vorm.